Vorm en materiaal.
Het 'Herdenkingsmonument 1944' in Kallenkote (gemeente
Steenwijkerland) is een grote zwerfkei, waarop een plaquette is
aangebracht.
Om de zwerfkei heen is een halve cirkel van kleinere keien
geplaatst.
Het gedenkteken is 1 meter 70 hoog, 1 meter 70 breed en 80
centimeter diep.
Tekst.
De tekst op de plaquette luidt:
Op deze plek zijn op 13 oktober 1944 door de bezetters
gefusilleerd.
F.H. TEN BERGE 21 JR. H.G. BOS 36 JR. U. DE JONG 47 JR. P.
SCHIPPER 43 JR.
E. VERVEER 35 JR. J.A. DE VRIES 24 JR.
“Zonder verzet zou er geen vrijheid zijn”
Wijziging.
Oorspronkelijk bestond het monument uit een grote zwerfkei waarop een groot kruis was ingekerfd. In de jaren negentig vond de
heer J. Postema, oud-militair van de Johannes Postkazerne, dat de gedenksteen een waardige karakter verdiende.
Hij wist de Gemeente Steenwijk te overtuigen. En zo werd er een marmeren plaquette met zes kruisjes op de kei geplaatst. Ook
kwam er een halve cirkel van kleine keien, waarmee de omgeving van het monument een gedenkwaardiger uitstraling kreeg.
De plaquette met tekst en namen is op 13 oktober 1999 aan het monument toegevoegd. Tevens is er een informatiepaneel
geplaatst.
De geschiedenis.
Het 'Herdenkingsmonument 1944' in Kallenkote (gemeente Steenwijkerland) is opgericht ter nagedachtenis aan de zes
medeburgers die actief of passief verzet pleegden tegen de bezetter. Ze werden hier op 13 oktober 1944 zonder enige vorm van
proces door de bezetter gefusilleerd.
De namen van de zes slachtoffers luiden:
F.H. ten Berge, H.G. Bos, U. de Jong, P. Schipper, E. Verveer en J.A. de Vries.
Nadat het zuiden van ons land begin september 1944 was bevrijd, concentreerde de bezetter zich op een hardnekkige
verdediging van het nog bezette gebied ten noorden van de grote rivieren. Daartoe opereerden zogeheten Einsatzkommandos in
Noord- en Oost-Nederland. Een van die Kommandos was gelegerd in de Johan van der Kornputkazerne in Steenwijk. Het oefende
daar een waar schrikbewind uit. Er werden razzia's gehouden en mensen die verdacht werden van enige vorm van verzet, actief of
passief, werden gevangen genomen en/of direct ter plaatse geëxecuteerd. De eersten die werden opgepakt en op verschillende
plaatsen gedood, waren H.S. Schrale, R. de Ruiter en G. Aartsen. De zes mannen die op 13 oktober 1944 op de plek van het
monument werden gefusilleerd, waren zogenaamde Todeskandidaten.
Dit waren willekeurig aangewezen gevangenen die bij wijze van represaille, zonder enige vorm van proces werden geëxecuteerd.
Op 4 oktober 1944 vindt in Steenwijk een razzia’s plaats met als doel jonge mannen op te pakken om die te werk te stellen op het
vliegveld bij het Drentse dorp Havelte.
Om dat te omzeilen duiken Johannes de Vries en zijn aanstaande zwager Frits ten Berge onder bij de familie Bos aan de
Wolterholten in Steenwijkerwold. Een week later krijgt Pier Schipper, die in Steenwijk woont, 's avonds bezoek van twee mannen.
Ze doen zich voor als 'ondergrondsen' en komen vragen om voedsel bestemd voor onderduikers (Pier is slager van beroep). Daar
ontmoeten ze ook Uilke de Jong, de zwager van Pier, die er ondergedoken was. Als ze horen dat Uilke geen persoonsbewijs of
stam-kaart heeft, haalt de een een blanco stamkaart tevoorschijn en vult die in op naam van Uilke; het persoonsbewijs krijgt hij zo
snel mogelijk. Daarna vertrekken de twee, met brood, vlees en worst.
De volgende dag valt de Sicherheitsdienst binnen. Als Uilke zijn stamkaart laat zien, blijkt deze vals te zijn. Daarop doorzoeken de
Duitsers het huis en worden Pier, zijn vrouw Dirkje en Uilke meegenomen naar de Johan van de Kornputkazerne. Op diezelfde
avond, 11 oktober, kloppen de Duitsers ook aan bij de familie Bos in Steenwijkerwold. Ze zijn op zoek naar de knecht van Bos,
Jannes de Vries, die daar inwoont. Deze is op dat moment echter niet thuis.
Scharführer Johannes Jürgensen gelast daarop een huiszoeking waarbij Johannes de Vries en Frits ten Berge worden gevonden
en meegenomen worden naar de Johan van de Kornputkazerne. Een dag later meldt Jannes de Vries, met alle risico's voor
hemzelf, zich bij de kazerne; hij wil niet dat Hendrik Bos slachtoffer wordt van de ontstane situatie. Maar deze wordt in de loop
van de dag alsnog opgepakt. Jannes, die in de loop van de middag weer bij de boerderij van de familie Bos terugkomt, vertelt dat
hij Hendrik in de kazerne nog had gezien.
In de kazerne zit ook Emanuel Verveer gevangen. Hij is technisch ingenieur, en werkte bij een Nederlands bedrijf dat werk deed
voor de Wehrmacht. Bij zijn arrestatie in Zwartsluis, had hij geheime notities bij zich van de IJsselstelling. Maar ook al was hij niet
meer dan een ondergedoken jood, dan was dat al aanleiding genoeg om hem vast te zetten.
Wat er verder gebeurd is, weten we alleen door de procesverslagen van na de oorlog. Op 13 oktober worden zes celnummers
willekeurig gekozen en die zes mannen worden naar de schietbaan van Kallenkote overgebracht.
Ze worden op een rij gezet en Hauptscharführer Habener, de leider van het executiepeloton, leest het Niedermachungsbefehl van
Hans Albin Rauter, de Höhere SS- und Polizeiführer in Nederland, voor. Als reden voor executie wordt 'verboden wapenbezit'
genoemd. Een paar minuten later worden de mannen gefusilleerd. Kort daarna krijgt Jan Hendrik van Dalen, een boer die op een
naburig land aan het werk is, opdracht om de zes lichamen van de schietbaan te halen en naar de begraafplaats in Kallenkote te
vervoeren.
Oprichting.
De heer Henk Kruiter heeft het initiatief tot de oprichting van het monument genomen.
Onthulling.
Het monument is onthuld in het najaar van 1978 door de heer Henk Kruiter (adjudant en terreinopzichter van het Militair
Oefenterrein van de Johannes Postkazerne). Bij de plechtigheid was een deputatie van oud-verzetsstrijders aanwezig.