Steenwijker Almanak.
We zien hier drie verschillende uitvoeringen van de bekende Steenwijker Almanak. De almanak was één van de
oudste middelen om de mens een beetje houvast te geven in de dagelijkse gang van zaken en in de jaarlijkse
cyclus van gebeurtenissen in het leven op het platteland.
Het was een boekje met een kalender van dagen, weken en maanden, aan-gevuld met diverse gegevens zoals de
stand van zon en maan, de feest-, gedenk- en marktdagen, tijden van eb en vloed, soms ook weersvoorspellingen
en astrologische gegevens. Het woord 'almanak' werd voor het eerst in 1266 door Roger Bacon gebruikt in zijn
verhandeling Opus Maius. Het komt van het Arabische woord 'al manakh', waarmee het klimaat of de seizoenen
worden bedoeld. De eerste gedrukte almanakken, goedkoper dan de geschreven exemplaren en dus voor een
groter publiek bereikbaar, verschenen in 1460.
De eerste Nederlandse almanak was de schaapherderskalender die in 1494 werd uitgebracht.
De nog steeds uitgegeven Enkhuizer Almanak kwam voor het eerst in 1632 op de markt. In 1664 begon Obbe
Spanjaard met het uitgeven van de Nieuwe Cronijk, de Steenwijker almanak. Hoe dit boekje er precies heeft
uitgezien is niet bekend.
Mogelijk heeft er op de voorzijde al een afbeelding gestaan van de stad Steenwijk. Op de laatste ons bekende
Steenwijker Almanak uit 1938 staat dat het de 273ste jaargang is.
Het uiterlijk is in de loop der jaren wel enigszins gewijzigd, zowel wat kleur als wat formaat betreft. In 1768
spreekt men van de Steenwijcker Schrijf-Almanach van Obbe Spanjaard, boekdrukker, met een privilege voor
vijftien jaar. Het is een ingenaaid boekje van 13 bij 8 centimeter, met na elke halve maand één of twee blanco pagina's. Hierop konden dan allerlei
aantekeningen worden gemaakt. Het schutblad was bedrukt met een rechthoekige afbeelding van de stad Steenwijk, maar nog zonder molens aan bei-de
zijden; het omslag was onbedrukt. Het was een maandkalender met weersvoorspellingen, vakanties in Steenwijk en in de provincie Overijssel.
We lezen onder meer: De besloten tijd van de Jagt 31 Januari tot den 17 September gedurende welke tijd de honden ten plat-tenlande moeten gaan met
bungels. Even verder lezen we: Volle maen dingsdag den 2/3 ten 9 uren 51 min in de Leeuw / met donker weer. Hout en turf zal nog goede waar wesen / hij
is gelukkig die er nog wel van voorzien is.
En tenslotte:
De Vacantie van den Bouw zal nu Jaarlijks beginnen op den 23 July en eindigen den 12 Septem.
Beide incluis. Rond het jaar 1800 is er de Nieuwe Steenwijcker Schrijf-Calender / comptoir Almanach, eveneens uitgegeven door Obbe Spanjaard,
boekdrukker aan de Markt te Steenwijk. Deze heeft, met een afbeelding van de stad in een geschulpt kader, een formaat van 15,5 bij 10 centimeter. Deze
almanak kende na elke bedrukte pagina een blanco bladzijde voor aantekeningen. Vanaf 1801 bevatte de Almanak ook Chronyxken, een overzicht van
geschiedkundige feiten beginnend met het jaar 1791.
Verder vermelde hij onder meer de Order op het varen der Schepen en Schuiten van van Steenwijk en de Hoveniers-almanak. een overzicht voor het zaaien
en planten. Omstreeks 1850 drukte J. Spanjaard de 10 bij 9 centimeter grote Steenwijker Almanak, zo'n tien jaar later voortgezet door H. Spanjaard, beide
boekdrukkers te Steenwijk.
Het waren kleine vrijwel vierkante ingenaaide dunne boek-jes zonder tekst op de voorpagina.
Vanaf 1890 werd de voorpagina bedrukt met bijvoorbeeld de tekst: STEENWIJKER ALMANAK voor het jaar 1890. Ook werd het jaargangnummer op de
voorzijde vermeld evenals de naam van de drukker. Deze uitvoering bleef tot omstreeks 1920 te koop. In 1899 nam R.H. Bijkerk de boekdrukkerij en binderij
over van Spanjaard.
Hij ging in het vervolg de Steenwijker Almanakken drukken in een pand in de Weemstraat.
In de loop der jaren kwamen er steeds meer kleine verhaaltjes en vooral ook mopjes in voor. In de almanak van 1923 lezen we: Meester op school zegt
tegen de kinderen: "Schrijven jullie allemaal een spreekwoord op de lei". De kinderen schrijven nu het een na het ander een spreekwoord op, behalve de
kleine Wim die, goed kunnende tekenen, meesters portret zit na te tekenen in de hoek van de lei. De meester komt nu de verschillende spreekwoorden lezen,
komt ook bij Wim en zegt: "Wim, heb jij geen spreekwoord opgeschreven?". Wim antwoordt: "Ja mees-ter". Meester vraagt: "Waar staat het dan Wim?". Zegt
Wim, op het portret wijzend: "Hier, meester. Een ongeluk zit in een klein hoekje". Later werd het formaat van de Almanak wat groter en werden de omslagen
ook in kleur uitgebracht. De voorzijde werd bedrukt met een afbeelding van een open stadsgezicht zonder wallen en grachten.
De geschulpte kopergravure laat twee kerken zien met enkele wandelaars en een tweetal molens. De Steenwijker Almanak van 1923 had een formaat van
13,5 bij 10,5 centimeter. Ook bevatte de almanak steeds vaker reclameadvertenties, terwijl de weersvoorspellingen verdwenen. Verder treffen we een
overzicht aan van vreemde munten, vlaktematen, inhoudsmaten (bijvoorbeeld: 1 schepel = 10 liter), gewichten (bijvoorbeeld: 1 centenaar = 100 kilogram),
nationale kentekenplaten voor automobilisten, posttarieven en meer van dergelijke gegevens.
Wist u trouwens dat alle autokentekens in Overijssel met de letter E begonnen? Aan het begin van de twintigste eeuw verscheen er, naast de Steenwijker
Almanak, het jaar-boekje voor Steenwijk. uitgegeven door G. Hovens Gréve in de Onnastraat.
Na de Tweede Wereldoorlog nam dit jaarboekje de functie van de Steenwijker Almanak over. Het verschijnt tot op heden, zij het na de gemeentelijke
herindeling in 1973, onder de naam Kijk op Steenwijk.
Na het samengaan van de drie gemeenten in de 'Kop' van Overijssel is het onder de titel: Kijk op de Kop als gemeentegids voor Steenwijkerland voortgezet.